Verslaving als geschenk

Overlijdens-bericht Dees Postma

Geplaatst door Djurre op 15 maart 2012
Geen rubriek / 1 reactie

Maandag 12 maart 2012 is de initiatiefnemer van deze site, Dees Postma, plotseling overleden in het OLVG aan een hartfalen.

We zullen hem verschrikkelijk missen.

Eveline van Dijck
Djurre Postma en Astrud Peters,
Jeppe, Djoeke en Dees Jan
Ellis Postma, Bowen en Kyara
Olle Postma en Belle Webster, Raphaël en Feline
Jelle Postma en Marieke Vente, Fender
Fenna Postma-Schuit
Alice Steenhouwer

U kunt persoonlijk afscheid nemen op vrijdag 16 maart 2012 van 19:30 tot 20:30 uur, uitvaartcentrum David Elders, Kruislaan 235, Amsterdam
en u bent van harte welkom op de crematie zaterdag 17 maart 2012 11:00 uur, Nieuwe Ooster, Kruislaan 126, Amsterdam
Correspondentieadres: Spinhuissteeg 5C 1012 CJ Amsterdam

De website verslavingalsgeschenk.nl zal in de lucht blijven.

levensbericht na 78 jaar – en nog steeds met zin ‘derin’….

Geplaatst door Dees op 28 september 2011
Geen rubriek / 1 reactie

1. pas tijdens de bevalling merkte mijn moeder dat zij bezig was een tweeling op de wereld te zetten: na mij, 7 pond, volgde nog een klein meisje van 5 pond. Onze moeder was 39 jaar en kon dit nauwelijks aan. Later hoorde de arts dat alles min of meer toch op z’n ‘pootjes’ was terecht gekomen en sprak zijn verwondering uit met de woorden: “goh, leeft dat mens nog….?” Aldus begon een ‘rijke’ periode, waarvan ik later alleen maar leuke, rustige en thans vergeelde foto’s heb kunnen terugvinden en natuurlijk mijn aapje, dat ik trouwens nog steeds koester. Het was 1932. Het was Rotterdam.
2. ruim 7 jaar later veranderde alles en onverwacht: op zondagochtend 7 mei 1940 zagen wij de hemel boven de stad opeens verduisterd door ontelbaar veel vliegtuigen; zij vlogen over ons huis, richting centrum en wij hoorden ontzettende knallen en ontploffingen: kort daarna zagen wij de stad branden en de dijk vulde zich met een mensenstroom, weg van de brand en de oorlog, die zomaar opeens bestond. De wereld leek op z’n kop te staan. Dat gold ook ons gezin. Zelf belandde ik met bloedvergiftiging in een ziekenhuis en toen ik, na een operatie en 2 weken verder, werd thuis gebracht was dat net tijdens de begrafenis van mijn vader. Het buurjongetje kwam langs en zei: het zal wel moeilijk zijn om zonder vader te leven. Zo hoorde ik dat hij was verongelukt. De wereld was veranderd.
3. Vooral dank zij mijn moeder hebben wij de oorlog overleefd.
Zij heeft haar rug recht gehouden – we vertrokken uit Rotterdam en verhuisden naar haar geboorteplaats Katwijk aan zee. Zij vond een huurhuis op de boulevard en voorzag dat van een groot bord, waarop met koeien van letters de naam stond vermeld: ROTTERDAM. Zulks tot ergernis van de moffen, zoals wij inmiddels de duitsers waren gaan noemen. Later werd de kuststrook geheel ontruimd vanwege de aanleg van de zogenaamde atlantic wall en moesten wij het dorp weer uit. Terug naar Rotterdam, hetzelfde straatje als vroeger maar nu niet meer ons eigen huis want daar woonde inmiddels een nsb-familie in. Die laatste oorlogsjaren zijn onvergetelijk. Mijn moeder nam ons, dat wil zeggen mijn 2-ling zusje en mij mee naar het Maasstation, waar de treinen vertrokken. Daar stonden wij achter een hek en zij zei: ‘kijken en nooit vergeten….’ Zo zagen wij hoe grote groepen opgepakte joodse medeburgers in wagons werden gejaagd, opgesloten en weggevoerd. Zelf werden wij niet bedreigd. We hadden alleen maar geen eten en mijn enige ‘verzetsdaad’ die ik wist te bedenken bestond uit het beeindigen van mijn verhouding met mijn vriendinnetje, vanwege het feit dat haar vader met de moffen heulde.
Aan alles kom een eind en zo werden we in 1945 broodmager en bovenmatig blij bevrijd – als dank heb ik toen mijn padvinderspetje aan een canadese bevrijder op een tank geschonken. Met vallen en opstaan doorliep ik vervolgens het montessori-lyceum, waar ik tot mijn ontsteltenis ook nog eens een soort onderwijs in de duitse taal kreeg, wat absoluut niet lukte en bij het eindexamen de gecommitteerde de opmerking ontlokte: ‘ik heb nog nooit zo’n merkwaardig brabants gehoord’. Aansluitend ging ik vervroegd in militaire dienst en studeerde rechten in Leiden. In 1960 werd ik advocaat, raakte aan de drank en werd in 1968 opgenomen in de amsterdamse Jellinekkliniek, onderbroken door een extra verblijf in de Valeriuskliniek, waar ik wegens een acuut opkomende ontwenningspsychose, temidden van ‘gewone’ psychiatrische patienten, mocht verblijven. Aan beide instituten bewaar ik de allerbeste herinneringen. En dan bedoel ik enerzijds het contact met de werkers, maar zeker ook met mede-patienten, met wie ik soms stiekem prachtige avonturen beleefde, resp. daarover kon fantaseren. Bovendien kwam ik aldus ook in aanraking met het fenomeen ‘zelfhelp’: de uit de VS afkomstige formule, waarmee ‘verslaafden’ de weg naar herstel en revalidatie door en dank zij het onderling contact, zelf vorm weten te geven. Na drie maanden kantelde mijn leven wederom: ons gezin werd herenigd en wij vertrokken richting Amsterdam, waar ik ander werk kreeg en kon doorgaan met mijn wekelijkse deelname aan de zelfhelpgroepen. Met dat laatste ben ik sedertdien bezig, zonder onderbreking, dus thans ongeveer 43 jaar.
4. In genoemde zelfhelpgroepen leer ik veel. Zo werd ik geconfronteerd met het feit dat veel mensen met deze (verslavings-)achtergrond, extra problemen hebben door het sociale isolement waarin zij leven, voornamelijk vanwege het wegvallen van een veilig ‘thuis’. Dat bleek bijvoorbeeld vooral toen onze groep verhuisde naar een ‘nieuw’ adres en zo terechtkwam in ‘Het Leeuwenpoortje’. Dit complex ligt midden in het oudste deel van Amsterdam aan de Prinsenhofsteeg en dateert uit 1560: een schitterende, geheel ommuurde plek, afgesloten met een blinde houten deur, waarachter een tuin met binnenplaats en toegang tot een bouwwerk met vele ruimtes. Je vindt daar zaken als keuken, toiletten en zaaltjes met gangen, kortom, alles wat je zo verstopt en onvindbaar nauwelijks zou verwachten. Hoewel, misschien is zo’n verborgen complex juist midden in deze oude stad wel heel logisch. Hoe dan ook, onze groep was er gelukkig mee en wij deden zelf nieuwe ontdekkingen. Vooral toen wij daar op zeker moment ook werden ‘ontdekt’ door dakloze collega’s, dat wil zeggen mensen met verslavingsproblemen maar dan ook nog eens zonder vaste woon- of verblijfplaats. Een groep waar onze samenleving eigenlijk niet goed raad mee weet.
5. Natuurlijk werden ook deze mensen van harte welkom geheten, maar vervolgens ontstond tegelijkertijd een onbehagelijk gevoel. Onze ‘gemiddelde’ groepsbezoeker was immers na afloop van de wekelijkse bijeenkomst telkens weer in staat om de collega’s ‘wel thuis’ te wensen. Maar die nieuwkomers, mensen zonder huis, zonder adres? In de zomermaanden kan je daar misschien nog makkelijk over doen. Maar daarna gaat het vooral regenen, wordt het koud en guur. Worden mensen ziek, verkouden of anderszins? Kortom, wij hadden er opeens een behoorlijk probleem bij.
Deze confrontatie met dakloosheid zette ons aan het denken. En in dat proces ontstond contact met een andere organisatie, welke min of meer in dezelfde richting bleek te koersen. Dat was de Amsterdamse Diakonie van de Hervormde Gemeente.
Vanuit het contact met de Diakonie ontwikkelde zich een gezamenlijk project, en dat noemden wij het ‘Stoelenproject’: een avond- en nachtvoorziening voor daklozen, droog, warm, veilig, geen bedden, wel stoelen, eenvoudig, goed warm en koud eten plus koffie en thee.
De winter stond voor de deur en de ontwikkelingen bleken opeens snel te kunnen. Er kwam medewerking van alle kanten, niet te vergeten de stedelijke overheid zelve. In de gemeentelijke Boekmanzaal werd bijvoorbeeld een grote openbare hearing gehouden. In korte tijd kregen wij aansluitend de beschikking over de inmiddels leeg staande kantine van het voormalig Emma Kinderziekenhuis aan de Sarphatistraat.
En aansluitend konden wij starten. Deze ontwikkeling verdient met nadruk te worden genoemd als duidelijk voorbeeld van hoe de neuzen opeens dezelfde kant kunnen gaan opstaan en wat dan ook mogelijk blijkt te zijn. Onvergetelijk hoe prima alles verliep en wij opeens toegang kregen tot een prachtig ruime opvang-accomodatie.

De eerste nacht hadden we nog maar een gast: een keurige(!) dame uit Eindhoven die de trein had gemist… Maar dat veranderde. Zeer snel waren we ‘ontdekt’ en alle nachten propvol. Dat wil zeggen: om zeker te zijn van een plek kwamen de bezoekers steeds vroeger, dus al voor het moment van de dagelijkse opening. Zij lagen dan op de loer in de portieken van de belendende woonhuizen, waar zij niet zelden ook nog eens hun behoeften achterlieten voordat eindelijk ons project de deur opende. Gevolg: spanning met de buurt. Protesten. En de stroom bezoekers bleef maar toenemen. Het project dreigde aan het eigen succes te gronde te gaan. Hoe dan ook, wij werden gedwongen met de gemeente mee te denken over een andere plek elders. En zo werd ons een nieuwe plek aangewezen aan de Oostelijke Handelskade, in de directe omgeving waar thans het muziek gebouw staat te pronken. Toen was dat nog een adres waar ‘gewone’ mensen bij voorkeur niet kwamen. Onze enige buur daar was de politie-voorziening waar verkeerd geparkeerde auto’s naar toe werden gesleept en waar dus heel wat late feestgangers hun peperdure boetes kwamen betalen. Aan de overzijde van de straat lag ‘s avonds en ‘s nachts het donkere water van het Y….
6. Het contact met daklozen is confronterend en soms zeer aangrijpend. Het is ook niet eenduidig. Sommige beelden raak ik ook niet meer kwijt. Zoals dat van een geheel verwarde dakloze mevrouw die op een gegeven moment de deur van het projekt uit stormde, richting kade, vanwaar ze zich zonder aarzeling geluidloos te water stortte. Het was midwinter en ze bleek al verdwenen toen wij zelf daar kwamen aanhollen en vanaf de hoge oever haar nastaarden. Of de dame die haar vak uitoefende op de wc: ze had een papiertje op de deur geplakt met haar tarief van 25 cent per ‘beurt’. Weinig mensen hebben een besef omtrent de nood, waarin anderen verkeren en maar al te veel wordt afgedaan met de opmerking: ‘eigen schuld, dikke bult’.
Het Stoelenprojekt bestaat nog steeds. Wisselde enkele keren van plaats. Er lijkt nu een min of meer definitieve vestigingsplek te zijn gevonden op het plein nabij het Hoofd Bureau van Politie. Het karakter van de voorziening is gehandhaafd en het nuttig effect binnen de stad wordt vrij algemeen erkend. Het geheel draait op enkele toegewijde betaalde krachten, terwijl nog steeds een grote groep vrijwilligers de rooster-diensten draait. Zelf ben ik met dit werk opgehouden toen ik wegens kanker in het ongerede raakte en wederom mijn stijl van leven diende aan te passen. En benut graag de kans om het projekt te bezoeken rond de kerst vanwege het presenteren van de opbrengst van onze groepskas voor dit doel.
7. Ik ben inmiddels bijna 78 – ga nog steeds wekelijks naar de groep – dus 43 jaar geleden voor ‘t eerst. Ik ben nog steeds gefascineerd door alles wat ik in dit verband meemaak en voel me daarin over ‘t algemeen zeer bevoorrecht.
8. Al schrijvend merk ik weinig ruimte te hebben besteed aan de verschillende beroepen die ik inmiddels heb ingevuld. Kennelijk hebben die mij in essentie niet wezenlijk ‘geraakt’. En terwijl ik dat schrijf, klinkt er ook een stemmetje in mij dat daar tegenin gaat. In de advocatuur ben ik domweg uitgegleden vanwege mijn verslaving. Op zich zou je daar misschien wel een boekje over kunnen schrijven cq opendoen. Dat geldt zeker ook voor mijn daarop volgende baan, waar ik vijf jaar lang mocht werken voor de exporterende nederlandse grafische industrie en daartoe vaak en intensief in het toenmalige geheimzinnige oost europa mocht vertoeven, met alle impliciete verwikkelingen die men zich daarbij kan voorstellen. En afsluitend mocht ik een jaar of tien werken voor het Jellinekcentrum, de plek waar mijn herstel indertijd begon, of te wel een plek waar ook mijn emotie onverminderd positief aan blijft verbonden.

na je verslaving: werk aan de winkel!!

Geplaatst door Dees op 11 juni 2011
Geen rubriek / Geen reacties

Zelfhelpgroep Buitenveldert – 6.6.2011.

Omstreeks 20 uur zijn de 10 deelnemers gereed voor de start van het groepsgesprek, waarvoor als onderwerp wordt gekozen de vraag:
– ‘je stopt met je verslaving, maar hoe geef je dat inhoud en betekenis?’

A: mijn eerste gevecht tegen een verslaving betrof het roken – na 3 pogingen is mij dat gelukt. Van die ervaring heb later ik geprofiteerd toen ik stopte met de drank – bovendien speelde toen ook de publieke actie tegen het drinken. Zelf ben ik eerst naar een anti-rook-cursus gegaan; dat bleek een serie avond-bijeenkomsten te zijn, waar ‘wij’ als cursisten in groepsverband door de mangel werden gehaald; bovendien kregen we telefoonnummers om steun te zoeken; onderdeel was ook het onderkennen en aanpakken van bepaalde rituelen met betrekking tot roken, zoals het combineren van koffie met cigaret of het ‘rokertje’ na de maaltijd of met alcohol – kortom, het doorzien van vaste gedrags-patronen met betrekking tot roken. Het advies was dan: bij een duidelijke koppeling van bepaalde situaties, met roken als onderdeel van het totaal, is het verstandig dat soort situaties in het geheel te vermijden – het advies is dan bijvoorbeeld een appeltje te eten en/of een rondje te gaan lopen. Dat is mij allemaal goed bijgebleven – het blijkt in de praktijk ook gewoon heel verstandig om aan die koppelingen te blijven denken, net zo goed als ook vooruit te denken, en dan bijvoorbeeld niet naar speciale gebeurtenissen te gaan, zoals verjaardagen, net zo goed als bepaald niet te denken wat je niet wilt, maar uitzoeken wat je wel wilt – dus: afbouw inwisselen voor opbouw en bijvoorbeeld gaan zwemmen in groepsverband als je merkt dat alleen zwemmen moeilijker blijkt te zijn!

B: zo heb ik dan ook van bepaalde kennissen afscheid genomen – mijn huidig leefpatroon bevalt mij heel goed en ik durf rustig te zeggen dat het mij nu goed gaat.

C: ook bij mij is heel veel gebeurd – ik heb trouwens ook minder leuke dingen meegemaakt en daarna geen kroeg meer opgezocht. Kortom, ik heb daardoor ook aan den lijve ondervonden, dat ik de regie in eigen hand kan nemen en houden – 2 jaar geleden was me dat absoluut niet gelukt – maar alles lijkt nu serieuzer geworden en ik zekerder – ik heb trouwens 4 kinderen en wil daar een goede vader voor zijn. Het lijkt erop dat ik mij dat eigenlijk nu pas goed ben gaan beseffen en eerlijk gezegd geniet ik daarvan.

D: ik had wel meteen door dat het om iets heel essentieels ging – eerst was ik bij de AA – heb daarnaast ook veel gelezen – in de groep kreeg ik het gevoel van een heerlijk warm bad – het gevoel ook niet meer weg te hoeven lopen – kon mijn nederlaag toegeven – en heb dat gevoel van nederlaag trouwens nog steeds – iets in de trant van ‘ik heb ‘t verloren’ – weet nog steeds niet precies hoe dat zit en juist daarin lijkt me iets van een angel te zitten, waardoor ik moeite heb mij werkelijk bevrijd te voelen van mijn verslaving kortom, ik werk eraan maar ik ben er nog steeds niet…..

E: ik zou mijn gedrag wel willen herhalen, alleen liever niet de gevolgen – andere dingen gaan doen schept hopelijk ruimte om de verslaving te stoppen – het lijkt wel een strijd die altijd doorgaat—-

F: toen ik eenmaal doorkreeg, dat ik verslaafd was aan drank en er klinieken en zelfhelpgroepen zijn om je te helpen bij het stoppen van dat dwangmatig gedrag en het opbouwen van een nieuw leven, toen was het net of opeens de zon opging: ik heb geen moment getwijfeld. Was binnen een paar dagen opgenomen en zat aansluitend aan tafel bij de AA. Van allebei heb ik genoten. Ook achteraf ben ik nog steeds absoluut overrompeld en blij: je krijgt zorg en ruimte om je eigen probleem te ontdekken en te verjagen. Dat gebeurde in mijn geval eerst door drie maanden in de kliniek, in combinatie met het contact met mensen uit ‘de groep’, die in de kliniek langskwamen en die ik later in de groep ontmoette toen ik daar zelf naar toe kon gaan. In je eigen tempo herstellen en een nieuw bestaan opbouwen: nog steeds voelt dat als het allerbeste wat mij ooit is overkomen. Een van de eerste lessen die ik hierbij leerde bleek dat van de tijd: ga niet haasten en laat het komen. Dan komt de rest haast vanzelf. En zo blijkt iedereen absoluut een eigen nieuwe weg in het leven te kunnen ontdekken. In feite allemaal zeer eenvoudig – eigenlijk net als schaatsen: op goed ijs is het geen kunst, maar zodra het te dun is zak je erdoor. Dus: geen risico nemen, luister naar goede raad en volg die op. Nog steeds geniet ik van de groep. Ik ben van plan gewoon iedere week te blijven komen, zoals ik dat vanaf het begin heb gedaan. Het is een voorrecht dit alles zo mee te maken en verder geen gezeur.

G: na de kliniek ben ik 6 maanden in dagtherapie geweest. Daar lag de nadruk op het verkennen van eigen grenzen – toen ook schreef ik een brief aan mijn vriendenkring – dat had het voordeel dat allemaal niet later en dus eigenlijk achteraf te moeten verklaren – en in diezelfde periode maakte ik trouwens mee dat iemand anders van m’n werk met zijn drankprobleem thuis kwam te zitten; ik ben toen nog eens bij hem geweest en zag met eigen ogen hoe hij volstrekt de weg kwijt was; in mijn herinnering zie ik hem nog steeds in zijn huiskamer op sloffen strompelen met een smerig spoor van diaree achter zich: onvergetelijk – diep tragisch voor hem en voor mij natuurlijk juist daarom een keiharde les. Intussen hadden gezonde vrienden respect voor mijn beslissing – toen ook ben ik gaan schilderen – werkte aan mijn sociale rehabilitatie – ontwikkelde een positief gevoel over mezelf – werkte ook voor ‘de organisatie’ van onze zelfhelpbeweging = leerde ‘tevreden’ met mezelf te zijn – genoegen te nemen met mijn beperkingen – ook om positieve dingen verder uit te breiden – had jarenlang gesprekken met een psychiater – ben al die ervaringen ook gaan opschrijven, want ik merkte als groot voordeel dat ik dat alles dan later weer kan teruglezen en dan ook weer veranderingen bij mezelf kan terugzien – ben ook begonnen met een eigen sportclubje – ontdekte daardoor hoe leuk het is elkaar telkens weer terug te zien – leerde ook dat ik sommige dingen gewoon beter kan laten liggen, bijvoorbeeld als ze te groot zijn – en zeker ook merkte ik dat mijn neiging tot ‘zendelingen-gedrag’ verdween: ik leerde dat iedereen het ‘zelf’ moet doen.

H: na mijn zoveelste opname in een kliniek overzag ik mijn keuze-mogelijkheden: of direct naar de kroeg of eerst naar huis. En toen dacht ik: ‘ik kan natuurlijk ook proberen de tijd tussen de klinieken eens wat groter te maken.’ Ik had namelijk in de gaten dat mijn conditie absoluut achteruit was gegaan en mijn (drank-)tolerantie was verdwenen! En zo ben ik toen ook terug gegaan naar de Jellinek en vroeg daar: kan ik hier werken? Waarna ik het advies kreeg ‘ga jij eerst maar eens naar een zelfhelpgroep’ en dat werd dus de Buitenveldertgroep – ik besloot dat te proberen, 3 – 4 – 5 keer of zoiets – en heb dat ook gedaan – merkte tot mijn verbazing dat ik het leuk begon te vinden – dacht toen: ‘als die klootzakken het kunnen dan kan ik het ook’ – hoorde daar dat het slim is om nieuwe activiteiten te ondernemen en zo heb ik bijvoorbeeld eens een hele dag gevuld met het ondernemen van een autotocht van mijn huis in Amsterdam naar de bijenkorf in Den Haag om daar een goede afwasborstel te kopen – heb daarnaast ook alle tramroutes in de hoofdstad afgereisd – en tenslotte jarenlang als vrijwilliger gewerkt in het Stoelenproject, een avond- en nachtopvang voor daklozen, dat indertijd vanuit deze groep is gestart.
Eigenlijk tot mijn eigen verbazing blijkt mijn leven zich verder voort te zetten op een manier waardoor de kwaliteit onzegbaar veel in waarde is toegenomen, inclusief mijn psychische veerkracht. Het is namelijk niet zo dat opeens alles gezond en geruisloos gaat verlopen. Maar ik blijk het een en ander te kunnen verwerken zonder het bekende vluchtgedrag en dat alleen al maakt dat er nauwelijks meer ruimte over blijft voor het bijtend cynisme wat vroeger een van mijn meest opvallende kenmerken leek te zijn. Misschien wat saaier, maar je blijft er kennelijk gezonder bij en zelfs veelal in een goed humeur! Kortom, tel uit je winst!

I: ik heb dat verhaal van mijn buurman natuurlijk de laatste 10 jaar al vaker gehoord – maar dat wil niet zeggen dat ik het ‘zomaar’ op mezelf kan toepassen – was dat maar waar – ik zal mijn eigen ervaringen kennelijk heel persoonlijk moeten zien op te doen en daar vervolgens zelf van leren – ik zit hier zelf dus ook al jaren aan tafel – ben nu (weer) bijna 4 maanden nuchter – heb nu ook als alternatief een coach bij een ADHD-project – dat geeft een prima begeleiding – had ook een opname van 6 weken plus deelname aan een sportschool: het levert leuke makkers op, die niet drinken. Daarnaast ben ik actief met zingen in het Arti-koor, waar wel veel wordt gedronken – ik neem nu 3x per week antabus, ben kerngezond gekeurd, heb geleerd geen verstoppertje meer te spelen.

J ter afsluiting: ik kom hier graag – ik fiks altijd ‘dingen’ voor andere mensen, zoals financieele problemen of op het vlak van relaties – ben dus erg gericht op organiseren van oplossingen, maar besef gelijk ook dat niet alles zomaar op te lossen is, dus zeker niet je eigen sores – zoek toch naar wat wel kan en vind het soms moeilijk mijn eigen grenzen te accepteren. En dat bleek natuurlijk ook de kern van mijn verslavingsprobleem. Ik leer hier dat alles absoluut goed onder ogen te zien. Bedankt.

Hiermee is het groepsgesprek beeindigd, waarna eenieder de gelegenheid krijgt enige pecunia in de kas te offeren en wordt de avond gesloten, het lokaal opgeruimd en vertrekt eenieder zijns/haar weegs, wetend dat de volgende week het gebouw is gesloten ivm de pinkster-vakantie. Eerst volgende groeps-avond is derhalve op maandag 20.06.2011!
————————————–

onzekerheid in jonge jaren…..

Geplaatst door Dees op 01 juni 2011
Geen rubriek / Geen reacties

Zelfhelpgroep Buitenveldert – maandag 30.5.2011 – Montessori school, AJErnststraat 112, Amsterdam

Om 20 uur zijn de 15 deelnemers, voorzien van de gebruikelijke koppen koffie, rond de tafel in de docentenkamer gezeten en neemt A, als gespreksleider voor deze avond, het woord: hij heet eenieder welkom en vraagt naar suggesties teneinde het gespreksonderwerp te kunnen benoemen.
Hierop ontwikkelt zich een discussie over de vraag in hoeverre latere verslaving mede of geheel zou kunnen voortkomen uit gebeurtenissen (of omstandigheden) van ver daarvoor. Begrippen die hierbij worden genoemd zijn onder meer gebrek aan ‘zelfbeeld’ en geschonden zelfvertrouwen op jonge leeftijd.

Op voorstel van B gaat de groep vervolgens akkoord met als gespreksonderwerp te kiezen:

‘Is verslaving soms/vaak of altijd terug te voeren op ervaringen in de jonge jaren?’

Tijdens de gespreksronde worden de volgende reacties genoteerd:

1. ik heb sterk het gevoel dat mijn gebrek aan zelfvertrouwen een belangrijke factor was bij het ontstaan van mijn verslaving – ik vind zeker dat ik te weinig ruimte heb gekregen om iets van autonomie op te bouwen – had altijd het gevoel dat de zeggenschap over mijzelf niet in mij, maar juist buiten mij lag – heel langzaam is dat nu aan het veranderen en daarmee wordt de kans groter dat ik ook van binnen uit sterker word: zo voelt dat en eerlijk gezegd voelt dat ook erg goed!

2. ik betwijfel of ‘t zinvol is terug te gaan naar de oorzaak van mijn verslaving, zodra ik m’n leven ga oppakken, zoals ik daar nu mee bezig ben – zelfvertrouwen hierbij is dan zeker relevant – teveel lijkt me riskant en te weinig ook weer niet goed – ik heb zeker nog lang niet alles opgelost.

3. zelfvertrouwen speelt absoluut een grote rol bij het ontstaan van verslaafd gedrag / daar ligt trouwens natuurlijk ook een belangrijke rol voor de ouders.

4. ik ben nu druk bezig dat (zelf-vertrouwen) weer terug te krijgen – door mijn drinken was dat behoorlijk aangetast – stap voor stap komt dat nu langzamerhand weer een beetje terug – ik moet mij bedwingen om niet weer te grote stappen te maken.

5. mijn ouders waren ‘toedekkend’, myn moeder’s gezin was heel gewoon ‘alcoholisch’ en ik werd onzeker, kreeg ook een negatief ‘zelfbeeld’ – merkte dat dat ‘groeide’ na een paar drankjes.

6. misschien zijn onzekere kinderen meer verslavings-gevoelig – zelf vond ik ‘t vanaf mijn 15e ‘prettig’ om te drinken – de rest van ons gezin ging naar VWO, maar ik naar MAVO – ik was niet extra onzeker, maar toch bleek later een management-functie voor mij te hoog gegrepen – zal per kind wel verschillen – ik zie trouwens bij andere familie-leden geen alcoholisme.

7. ik zou dit onderwerp graag mee naar huis nemen, want ik vind het lastig om er maar ‘even’ iets over te zeggen – wat is trouwens ‘zelfvertrouwen’ = is dat de vraag: vertrouw ik mijzelf? dan heb ik de neiging om ‘nee’ te zeggen en dan moet je teruggaan naar je opvoeders – ik moet dan ook oppassen voor ‘stokpaardjes’ – ik ben nu weer in de muziek bezig en zie dan ook de achtergrond van andere mensen – een sprekend voorbeeld: ik was zo’n jaar of 7: de directeur komt binnen en vraagt: wie heeft dat gedaan – ik stak mijn vinger op al had ik ‘het’ niet gedaan. Als je op die manier aan je aandacht moet komen, dan weet je nog steeds niet hoe ‘het’ precies in elkaar zit en zijn je opvoeders cruciaal en alles bepalend.

8. jeugd kan ook te leuk zijn – we waren een 2-ling – ‘t leek dan altijd of je meer kon dan een ander – een 2-ling is altijd leuk – we hadden ook leuke ouders – moeder liet ons erg vrij – zelf wil ik liever wat strenger zijn – onze ouders hebben ons de hemel in geprezen – ‘t ging misschien te leuk – dat kon ik niet goed verwerken – tenslotte heb ik zelf verkeerde keuzes gemaakt en wist dat ook zelf – ik kon ‘t leven zelf niet aan en moet dat dus ook gewoon bij mezelf zoeken – durfde ook dingen te doen die ik niet kon – toen ik ging scheiden vond ik mezelf niets waard en ik geloof niet dat ‘t aan m’n jeugd heeft gelegen.

9. m’n ouders zijn vroeg gescheiden – tegenover m’n moeder kon ik wel mezelf zijn, maar ik wilde haar niet alles te vertellen – bij m’n vader raakte ik geblokkeerd en durfde dan niet te praten – ik weet niet waarom, dat lag misschien wel aan mijzelf – heb ‘t dan wel in m’n hoofd, maar ‘t komt er wat moeilijk uit – had ook angst om opgesloten te worden en kwam dan telkens met iets nieuws wat niet klopte – als je daar mee rond blijft lopen word je niet vrolijk – met m’n collega-hovenier kan ik maar moeilijk praten of ik kom er niet tussen en dan blokkeer ik – ben trouwens steeds mensen tegen gekomen waar ik ook blokkeer net als bij m’n vader.

10. ik ben de laatste tijd erg bezig na te denken over zaken als zelfvertrouwen en zelfbeeld – zo kreeg ik ook het beeld van toen ik op kamers ging – mijn eigen leven ging opbouwen – zo weinig vertrouwen ik in het leven had, toen al – dat is een gevolg van opvoeding, met een moeder vol van frustratie en een vader met psychische problemen – die heb ik door eigen gebruik van drank en drugs onder tafel geveegd – juist de laatste tijd, sinds ik droog sta, komen gevoelens van minderwaardigheid en negatieve gedachten vaak voorbij – moest mij vanavond hiernaartoe slepen, want liever zou ik mij thuis opsluiten – ik voel weinig vertrouwen dit gesprek aan te gaan – maar deze slachtoffer-rol is ook weer een verkeerde gedachte – ik doe weinig om dat allemaal te veranderen – ik zou kunnen hardlopen, fitness of mensen opzoeken, maar dat alles lukt mij nog niet zo goed – ik zie dat nu wel – een jaar geleden heb ik de stap gezet te stoppen met drinken – moet nu de volgende stap zetten om verder te komen – dat gaat niet vanzelf: het moet stapje voor stapje.

11. ik heb geen perfecte antwoorden gekregen – zou je je ouders de ‘schuld’ kunnen geven? – maar dat kan niet, vind ik – als je zelf ouder wordt zou je misschien zelfs begrip kunnen krijgen – zelfs ontdekken hoe je tevreden kunt worden – feit is wel dat mijn vader vertrok bij iedere discussie en zeker als er ruzie kwam – zelf vond ik dat juist wel leuk, trouwens mijn moeder ook wel – maar een aantal dingen heb ik niet geleerd, zoals zelf-inzicht en dat is nou net wel belangrijk, geloof ik – zoiets als jezelf leren zijn, zoals een kind dat naar de zee stond te kijken, met een gezicht van ‘opa, kijk eens wat ik al kan!’, met de kin omhoog – zelf heb ik te weinig geleerd wat ik goed deed, want ‘t was nooit goed genoeg – en dat alles heeft veel te lang geduurd – ik deed trouwens later wel veel vrijwilligerswerk en heb zo mezelf leren zijn – een ontwikkelingsreis om te ontdekken wie ik ben – en dat is geen egoisme: want jezelf kunnen zijn is de essentie en daarom ook zit ik hier.

12. een kind opvoeden betekent voor mij: dat kind te leren overleven, dat wil zeggen: leven in de gegeven situatie – ik ben zelf de vernieling ingegaan door teveel zelfvertrouwen – kort gezegd: leren leven met de normen in de situatie, waarin je terecht gekomen bent en dan ontdek je ook nog eens dat overal weer de normen verschillen – alleen dan ontwikkel je voldoende flexibiliteit – kinderen moet je loslaten en het doel van een opvoeding is de kinderen zelfvertrouwen bijbrengen, zodat ze het allemaal zelf kunnen uitvinden en ‘doen’!

Conform de gewoonte krijgt B, die het gespreksonderwerp aanbracht, de gelegenheid de avond af te ronden en hij zegt:

achteraf bezien, vind ik het een mooi gespreksonderwerp. Bovendien herkende ik veel in de naar voren geschoven verhalen, zoals de vader die zich onttrok – situaties, waarin je volledig blokkeert. Nuttig ook om verbanden te leggen tussen een veel te beschermde opvoeding en latere ongelukken, zoals je verslaving ook kunt noemen. En tenslotte ook het leefadvies, waar ik het helemaal mee eens ben: zelf dingen te ontdekken, incl. het oplossen van problemen en daarvan te leren – natuurlijk zijn ouders altijd weer verschillend – kinderen ook – soms zijn zetjes en duwtjes gewoon nodig – ontvankelijkheid voor verslaving bij onzekere kinderen levert grotere risico’s op – er zijn kortom, fantastische dingen gezegd. Bedankt.

Hierop wordt de bijeenkomst gesloten, het lokaal opgeruimd, afgesloten en vertrekt een ieder zijns wege. Het is inmiddels half elf.

——————————————————–

de zinloze zoektocht naar oorzaak….

Geplaatst door Dees op 27 mei 2011
Geen rubriek / Geen reacties

1.
20 uur: de groep, 10 deelnemers, worden welkom geheten door A, die bereid blijkt deze avond de leiding van het gesprek op zich te nemen. Ten behoeve van de nieuweling leest hij de gespreksregels voor en geeft hierbij een beknopte toelichting. Vervolgens vraagt hij suggesties ter bepaling van het gespreksonderwerp voor deze avond.

Na een korte bezinning, zegt B:

Het heeft jaren geduurd, voordat ik in de gaten kreeg ‘verslaafd’ te zijn geraakt. Ik heb daarbij zeker ook eerst ‘last’ gehad van een soort ontkenningsfase. Maar toen die ontkenning eenmaal was verdwenen, bleef ik zitten met de vraag naar de oorzaak van mijn ‘anders’ zijn, dat wil zeggen: de oorzaak van mijn verslaving – waar komt dat vandaan – ik merk dat ik tijd besteed om verklaringen te vinden….Ik twijfel echter of mij dat zal lukken, maar toch keren dit soort gedachtes telkens weer terug. Hoe moet ik hiermee omgaan?

Uit de reacties blijkt hiermee het gespreksonderwerp voor deze avond te zijn gekozen. Tijdens de hierop volgende ronde worden de volgende reacties genoteerd:

1. indertijd ben ik absoluut en volstrekt vastgelopen – en dat had ik ook wel in de gaten – maar ik zocht eigenlijk niet naar een achterliggende oorzaak – op een of andere manier zat ik vol met angsten en twijfels, die ik allemaal verklaarde uit omstandigheden, zoals de oorlog en alle daaruit voort gekomen verliezen en ellende. Tegen die achtergrond bleek het mogelijk je prettig te voelen door telkens een fikse slok uit een fles. Pas later heb ik begrepen dat drank, in mijn geval, geen troostende uitwerking had, maar integendeel het initiatief overnam en stuurde in een volstrekt destructieve richting. Daarom is het ook een enorme opluchting geweest mijn koers radicaal om te gooien. En voelde dat ook als een ‘echte’ bevrijding: het binnenstappen in de kliniek, het afkicken in bed in het ziekenzaaltje – zelfs de daarop volgende geweldadige uitbarsting door mijn afkickverschijnselen – en aansluitend mijn opsluiting in de gesloten afdeling van een psychiatrisch inrichting – ik heb daarvan met ‘volle teugen’ genoten. Heb mij daar geen moment verveeld of ongewenst of onbegrepen gevoeld en was daar voor 100% op mijn plaats – ik was eraan toe en begon, achter de tralies, langzamerhand te begrijpen hoe mijn leven in elkaar zat en welke richting ik zou kunnen gaan om uiteindelijk te herstellen. Misschien was het meest fundamentele wel, dat ik mijn situatie volstrekt accepteerde. In ieder geval heb ik de zorg die ik kreeg voor 100% gewaardeerd als een groot geschenk. Dat gevoel is gebleven en is later, dank zij het contact met ‘de groep’, alleen maar verder gegroeid. En eigenlijk ben ik daar nog steeds mee bezig en verheug mij over mijn leven: een groot kado.

2. indertijd ben ik geconfronteerd door ‘mannen die vreemde dingen doen’ – en dan neem je een beslissing die desastreus uitpakt – waarvan je bovendien weet wat de gevolgen zullen zijn – ik ben er zelf ‘bewust’ mee begonnen – gelukkig hebben anderen mij inzicht gegeven om een andere koers in te slaan – dat kon ik dan ook nog eens rigoreus – ben trouwens nieuwsgierig om te weten hoe dat komt – trouwens: ik heb zelf gekozen voor die verkeerde beslissingen en ben daar eigenlijk wel benieuwd naar….

3. al jong heb ik een tik gevoeld – achter in m’n gedachten wist ik ‘ik zit niet goed’ – was toen 17 a 18 jaar – omstreeks m’n 20e gingen dingen echt fout – nu heb ik geleerd: kleine stapjes zetten is belangrijk – doe nu vrijwilligerswerk en dat gaat heel goed – kollega’s en buurtbewoners waarderen mij – ik train met ‘kleine’ schema’s – werd laatst aangehouden op mijn fiets en kreeg te horen dat een boete was kwijtgescholden – dat had ik nog nooit meegemaakt – zo heb ik geduld geleerd – er zijn trouwens nog meer dingen goed gegaan en ik vind dat m’n leven er nu goed uitziet – doe nu trouwens ook een cursus ‘mind fullness’ en dat gaat goed – leer dan dingen die later van pas komen – ga nu m’n refusal, 2 pillen per dag, afbouwen – wil rustig bij de dag leven – niet te snel – niet forceren…..

4. na bijna 30 jaar gebruik met altijd en uitsluitend het doel: dronken te worden, realiseerde ik mij begin jaren ’90 dat ik een probleem had ontwikkeld: verslaving. De afgelopen 2 jaar ben ik toen in het behandelcircuit gegaan – ‘ik ben verslavings gevoelig en wil me niet beperken tot 2 biertjes – ga nu na deze meeting naar de Jellinek voor psychotherapie: ben nu wel gestopt – het verband met psychotherapie is mij nog niet duidelijk – ik gebruik nu niet – de inrichting van mijn leven is voorlopig nog niet aan de orde.

5. ik kom hier nu al zo’n 19 jaar – vanaf m’n 15e was een glas wijn een ‘dempertje’ – nu weet ik dat ik ADHD heb, maar dat was vroeger niet bekend en zo liep ik 20 jaar geleden vast – ben toen naar het CAD en later naar de groep gegaan – ben open en eerlijk geworden en dat alles heeft mij geholpen: mensen hebben mij toen geaccepteerd – ik heb ook opnames gehad – als ik eenmaal begin loopt ‘t spaak – op ‘t moment dat ik begin, denk ik: ‘t loopt niet uit de hand – er is een systeem – ben altijd, met geluk, door ‘t oog van de naald gekropen – heb ook veel gave ervaringen met de groep: heb dat ook gezegd aan de psychiater – een glas is teveel en een palet te weinig – dat inzicht heeft mij 20 jaar gekost – wil dat nu graag zeggen…

6. eenmaal in klinieken was ik boos da ik verslaafd was en kwam tenslotte in de groep, waar ik leerde: gisteren kan ik niet meer veranderen – morgen nog niet – het gaat alleen maar om vandaag – en dat is de enige termijn die ik droog moet zien te houden: van wat ik hoorde geloofde ik aanvankelijk helemaal niets, maar niettemin: al die verhalen bleken waar – zo leerde ik tijd kopen – had zelf niets in de gaten en merkte niet dat ik geestelijk en lichamelijk kapot was – en naarmate mijn herstel vorderde, heb ik niet meer bewust gezocht naar ‘de’ oorzaak, maar kwam gewoon de oorzaken en momenten tegen waar het ‘verbergen’ mis was gegaan – dat bracht mij een soort serene rust en zicht op mensen waar ‘t goed mee ging: en dat heeft mij 2 a 3 jaar afwezigheid gekost: nu denk ik weer terug te zijn.

7. m’n oudste zoon ging ‘buggie jumpen’, de andere is piloot – ze leven nog steeds; zelf zocht ik hoge risico’s, maar was verlegen – met een slok op had ik minder gene – nu heb ik geen alcohol meer nodig – eigenlijk is leven zonder ‘gebruiken’ veel spannender en kan je zo op allerlei manieren zelf spanning organiseren: daar maak ik dan foto’s van voor een vriend die ze kan gebruiken om schilderijen te maken – ik hou wel van spanningen en risico’s – zo hoorde ik vandaag van de bergklimmer die verongelukte en het hotel-meisje van Kahn. Dan denk ik: ‘t gaat een keer fout, toch!

8. ik heb bewondering voor die vlot vertelde verhalen uit het verleden. Sommige films heb ik wel 82 keer gezien – het is een beetje pervers van 2 walletjes eten: niet gebruiken, betekent ‘s ochtends helder wakker worden – ik ben sterker uit mijn verslaving gekomen: plus: wij hebben dingen meegemaakt die anderen niet kennen – parallel aan de groep liep ik bij een psychiater met de vraag: hoe is ‘t zover gekomen – nu is het voor mij allemaal zo duidelijk – ik heb heldere antwoorden gekregen en kan ‘t verleden een plaats geven zonder bitter of ander gevoel van wrok of teleurstelling, zij het wel met verdriet – ben tenslotte met het heden bezig gegaan: had toen een buro en leverde artiesten – rekende contant af – zakken met kleingeld – zat met mijn collega hele nachten geld te tellen – kwam er tenslotte niet meer uit – ontleende per saldo een zekere trots aan m’n verslaving….

9. (nieuweling) mijn verslaving is lekker, waar alle andere dingen bij wegvallen – erover nadenken helpt mij de oorzaken op te sporen – en ik hoop op een bevrijding en een nieuwe start.

10. Ter afsluiting van de ronde krijgt B nog eenmaal het woord en zegt: ik heb goed geluisterd – heb alle invalshoeken gehoord – zelf heb ik 11 tot 12 jaar jaar lopen zoeken om een andere invulling aan m’n leven te geven en trap in m’n eigen verhaal – ik wil ‘gewoon’ in een roes komen – maar toch, dat kan ‘t niet alleen zijn – ik heb ‘gewoon’ een verkeerd controle mechanisme en dat overruled de rest – ‘t belangrijkste is dat ik nooit ben toegekomen aan rust – ik overleef meer dan ik leef – en zodra ik in een verstandige stroom kom is er maar een kleinigheid nodig om toch een biertje te bestellen – de kliniek vind ik bezwaarlijk, dan raak ik m’n baan kwijt – ik hoop oud en wijs te worden, maar liever eerst maar oud.

Hiermee is de gespreksronde voltooid, wordt de avond afgesloten, bestaat gelegenheid de groepskas te spekken, wordt gezamenlijk het lokaal opgeruimd, het gebruikte serviesgoed afgewassen en opgeborgen alsmede tenslotte de overige groepssporen weggepoetst, waarna eenieder haar/zijns weg gaat om (wellicht) volgende week weer terug te keren.

—————————————————

Wat blijft over van ‘oude vrienden’….., na je verslaving?

Geplaatst door Dees op 10 mei 2011
Geen rubriek / Geen reacties

Zelfhelpgroep Buitenveldert 9.5.2011 – Montessorischool – AJErnststraat 112 – Amsterdam.

Tegen 8 uur is de groepstafel met 12 deelnemers bijna geheel gevuld, inclusief enkele laatkomers die zich moeten haasten om de gezamenlijke opening van deze bijeenkomst toch nog op het nippertje bij te wonen. De gespreksleider (A) heet eenieder welkom en vraagt suggesties ter bepaling van het thema voor het groepsgesprek van deze avond. Na een moment van bezinning, doet hij zelf hiertoe het volgende voorstel en zegt:

A: nadat ik een aantal jaren geleden was gestopt met mijn drankgebruik en mijn verslaving had aangepakt, merkte ik in de praktijk van alle dag, dat mijn relatie met ‘oude vrienden’, soms heel erg stroef was geworden en zelfs het praatje rondging dat ik nu in een soort sekte zou zitten – hebben jullie dat soort ervaring ook en hoe hanteer je die situatie dan…..?

Uit de spontane reacties lijkt eenieder wel soortgelijke ervaringen te hebben en ook de behoefte te voelen hierover van gedachten te wisselen, zodat aldus het onderwerp voor deze avond is bepaald.

Tijdens de hierop volgende gespreksronde worden in grote lijnen de volgende opmerkingen gemaakt:

1. kort na mijn verblijf in de Jellinekkliniek, werd ik ruimschoots geconfronteerd met de reacties van de buitenwereld. Zo kwam ik ook terecht op een familie-reunie. Dat waren nogal veel mensen. Ik zag er eigenlijk nogal tegen op. En inderdaad: iedereen leek alles te weten. Sommigen hielden afstand en leken niet de minste zin te hebben in contact. Maar een oude tante van mij stond met twee kleine meisjes (nichtjes) te praten; toen ze mij zag, maakte ze tegen die meisjes een opmerking over mij, ongeveer zo: ‘kijk dit is oom ….., vroeger was hij slecht maar nu is hij goed……!’ Resultaat was grote bange ogen bij die meisjes. Ik voelde mij absoluut voor schut staan. En toch zal zoiets goed bedoeld zijn geweest, alleen niet zo leuk. Zo voelde ik dat. En eigenlijk is dat ook mijn ervaring met de rest van de buitenwereld: je moet je best blijven doen om ‘iets’ te bewijzen: vroeger slecht, nu goed….toch? of niet….zekerheid daarover bestaat in ieder geval niet – het zal eerst moeten blijken…zoiets. Dus absoluut geen gevoel van lekker thuiskomen of goede vrienden……..

2. ik heb dezelfde ervaring: oude relaties maakten ook opmerkingen – kennelijk was er aanvankelijk twijfel en ongeloof – later verwachtte ik schouderklopjes, maar die kwamen ook niet – tegenwoordig kom ik heel weinig mensen tegen uit die drankperiode – trouwens veel zijn gewoon dood – maar ik voel dat ik daar niet teveel in wil blijven hangen – opmerkingen doen me niet zoveel – op de tennisbaan zie ik veel roséetjes, waar ik niet aan meedoe – soms ga ik echter in de verdediging – ook vroeg iemand eens of ik kwam eten – ik was dat weekend bij kennissen in Limburg: dat is dan voor mij linke soep – net zoals meegaan naar ‘het voetballen’ op kunstgras, waar drank in plastic bekertjes overmatig perspectief oplevert – tenslotte hoorde ik dat zelfs Poetin in de toekomst geen nieuwe functie meer ambieert met het oog op de overmatige levensstijl…..

3. ik werd eens geattendeerd op een soort semi-interesse voor mijn niet-drinken en was daardoor geraakt – misschien zegt dat meer over mezelf – maar als mensen echt zijn geinteresseerd dan wil ik daar ook zeker wel over praten – anders niet – trouwens, er is ook nog zoiets als het ‘heft in eigen handen nemen’ – dat wil zeggen zelf initiatief nemen is ook wel degelijk mogelijk en nuttig, want/en dan zijn de rollen omgedraaid, maar daarnaast dienen mensen zeker ook hun eigen weg te kunnen gaan…………………………….

4. wat andere mensen doen of voelen, interesseert mij geen ene malle moer…..

5. ik vind dit een interessant onderwerp – om te beginnen, vind ik, moet je uitkijken met het woord ‘vriend’ – zeker als je je inspant om je verslaving onder controle te krijgen – er dreigt dan een tegenstelling met ‘vrienden’, die ‘t geen probleem vinden – de vraag blijft ‘hoe en wat te doen’ aan/met verslaving – er zijn veel misverstanden: bij velen bestaat een verkeerd beeld – er is veel pessimisme – misschien benijden vrienden/kennissen je, zeker als ze eigenlijk je voorbeeld zouden willen volgen, maar niet kunnen – veel heeft stellig te maken met een ongezonde leefstijl – ik ben net met vakantie geweest, waar veel innemers waren – gelukkig geen grote drankgelagen, maar wel veel ochtend-pilsjes waargenomen – alles was gewoon gericht op veel zuipen en vreten – en ik kan nu wel snorkelen en duiklessen, maar dat is een ander leven waar mijn oude vrinden niet inpassen – ik heb daar ruim voldoende voorbeelden van gezien en dat is wat anders dan omgaan met je medemens op een warme, waardige manier – en daarom trek ik liever mijn eigen spoor….!

6. mijn oude vrienden zitten in de kroeg – nu kom ik mensen tegen, bijvoorbeeld met koninginnedag, met niet-drinkende nieuwe vrienden – kom dus geen mensen tegen die wel drinken – wel daarna onder het motto ‘kom, we gaan naar Welling!’ – en daar zag iemand mij observeren met een glas cola zonder tic en had daarover opmerkingen – maar ik word daar niet warm of koud van – ben gewoon erg blij dat ik nog vrienden heb – kan trouwens ook uit met vrienden die niet drinken – of soms wel – sommige kokketteren er zelfs mee.

7. ik ben erg blij dat mijn goede vrienden geen grote innemers zijn – iedereen heeft z’n eigen problemen – ik kan mijn situatie niet uitleggen – vader en moeder zijn dichtbij – de rest van de wereld niet….

8. ik heb er wel erg veel last van – zelf kies ik er dan voor toch weer wat te drinken – ik schommel heen en weer en sta bekend als een ‘losgeslagen gek!…..’

9. een moeilijk onderwerp: het gaat over vertrouwen – familie – vrienden – ik heb dat vertrouwen nog niet terug en heb hen daarom opzij geschoven en geloof dat als ik de slag verlies, dat ik dan nog niet de oorlog heb verloren – trouwens binnen de familie hebben flinke zuipers gezeten en die zijn nu kapot – feit is wel dat het vertrouwen verdween en mijn familie begon mij te controleren – ik ging door de grond – die controle is een drama geweest….

10. er waren niet zoveel mensen die wisten dat ik dronk – dus heb ik ook nooit zo’n situatie gehad met drankmakkers – heb wel getracht dat uit te leggen – sommigen herkennen dat ook wel, vooral uit de hoek van roken en eten….maar bij mensen die niet verslavings-gevoelig zijn probeer ik wel daarover te praten, maar weinig mensen begrijpen het – niettemin: ik vertel het wel – maar ik drink sowieso niet als ik voor de zaak bezig ben – en merk dat mijn directe familie het vertrouwen wel terugkrijgt – probeer me ook kwetsbaar op te stellen – stoer doen heeft omgekeerd effect – en: ik ben degeen die fris blijft en dat geeft voordeel – heb er nu geen problemen meer mee en echte vrienden weten ‘het’ allemaal – ik doe gewoon m’n best en dan is de stoom van de ketel.

Hiermee is de ronde voltooid, terwijl A afsluitend zegt: ik heb maling hoe mensen over mij denken, maar positieve bijkomstigheid is wel dat ik net ben gevraagd om mijn ervaringen te vertellen binnen de bank waar mijn schoondochter werkt = en dat is gewoon leuk!
——————————————————

refusal: wel handig, maar geen oplossing……

Geplaatst door Dees op 09 mei 2011
Geen rubriek / Geen reacties

Zelfhelpgroep Buitenveldert 2.5.2011 – AJErnststraat 112, Amsterdam – Montessorischool.

Pasen 2011 ligt net achter ons en na de gelijknamige vakantie van een week, hervat de groep de wekelijkse samenkomsten. Er zijn 3 nieuwelingen, die derhalve aan het begin van de avond speciaal welkom worden geheten door de gespreksleider, die tevens de gespreksregels voorleest en toelicht. Aansluitend nodigt hij uit tot het doen van suggesties teneinde het gespreksonderwerp voor deze avond vast te stellen. Hierop reageert A, met de volgende ervaring en vraagstelling:

A: af en toe gebruik ik refusal; in bepaalde periodes heb ik dat nodig, naar mijn gevoel. En door die refusal voelt het dan alsof mijn neiging tot ‘verslaafd gebruik’ in de ijskast wordt gezet. Dan neem ik dus niks. En dan verdwijnt ook de zucht, zeg maar de zin om te gaan drinken. Maar het komt ook voor dat ik door mijzelf word verrast en dan loop ik achter de feiten aan. En over die laatste variant loop ik te denken, dat wil zeggen: hoe kom ik erachter dat mijn verslaving weer de kop opsteekt, terwijl ik eigenlijk nog niks in de gaten heb. Dan kan ik met open ogen in de val lopen van mijn eigen verslaving. Hoe kan ik daar beter mee omgaan?

Uit de reacties blijkt dat hiermee het gespreksonderwerp voor deze avond is bepaald en start aansluitend de gespreksronde, waarin de navolgende opmerkingen worden gemaakt:

1. de afgelopen maand (april) was ‘t heerlijk zonnig weer – zelf heb ik jaarlijks juist in deze periode vaak een terugval – ben dit keer bij de huisarts refusal gaan halen en vraag mij af: hoe lang moet ik daarmee doorgaan? Wel ben ik mijn zucht de baas gebleven dank zij diezelfde refusal en ben in die periode ook thuis gebleven – vroeger was ik bang dat ik zonder spanning mij rot zou vervelen – nu viel dat best mee – dus toch: mijn functioneren gaat steeds beter – en ik ben heel blij dat te kunnen zeggen – en ga tenslotte niet te ver vooruit denken.

2. spanning is inderdaad een belangrijk onderwerp – maar bij mij niet zo bepalend voor de vraag of ik wel of niet drink – indertijd dronk ik sowieso wel – maar nu lukt het me vrij aardig gewoon niet te drinken en red ik het ook zonder refusal.

3. ik heb diverse mensen meegemaakt die refusal gebruikten – en dat ging hartstikke goed – zelf heb ik het nooit gebruikt – maar ik zag hier aan tafel ook mensen die er erg mee op en neer gingen – zelf vind ik: als je er baat bij hebt, dan moet je ‘t maar doen ….sommige mensen doen het jaren lang – zelf had ik ‘t in het begin erg moeilijk maar nam geen refusal – ik denk trouwens ook wel eens, dat terugval misschien ook wel bij het nieuwe leven hoort – bovendien: hoe langer ik niet gebruik, hoe rustiger ik mij voel: ik ga in ieder geval wel elke week naar de groep en iedereen moet zelf maar beslissen of hij wel of niet refusal neemt.

4. sinds 8 maanden neem ik refusal – daarvoor niet – ik wilde gewoon geen refusal – en zo kon ik ook een achterdeurtje openhouden – tegelijk ging ik wel naar de groep – later ging ik wel refusal innemen onder toezicht – sindsdien is rotzooien voor mij verleden tijd – bij trek, voel ik nu heel bewust: dat kan niet – bovendien heb ik 4 geweldige kinderen – we zijn dicht bij elkaar gekomen – ‘t leven lacht mij nu toe – ik ben gelukkig – ik heb zoiets nog nooit mee gemaakt – dagelijks voel ik mij sterker en ik voel mij echt in mijn kracht komen!

5. in mijn verhaal is geen sprake van een langzame orientatie. Op het moment dat ik mijn verslaving ontdekte, ben ik zonder uitstel meteen opgenomen en heb vervolgens alle aangeboden hulp zonder mankeren en met graagte tot mij genomen: allerlei soorten pillen en prikken, adviezen, zelfhelpgroep, sporttraining, therapieen, dagelijkse oefeningen, het kon niet op. En bovendien: ik wilde graag herstellen, worden zoals andere herstelde patienten, die ik daar tegenkwam. Ik luisterde naar hun verhalen. En ik geloofde de adviezen van de therapeuten. Natuurlijk heb ik daar ook volop kunnen genieten van mede-patienten, die door hun refusal heendronken en doodziek werden. Zeer leerzame, voor mij gratis, lessen. Zien hoe armzalig mensen met hun leven kunnen rotzooien. Onvergetelijk. In dat opzicht heb ik ook geleerd wat een flauwekul het is om te denken dat refusal een wonderpil is. Ik heb het zelf jarenlang geslikt, maar alleen maar om iedere dag even stil te staan bij mijn eigen opgave om die dag er weer bewust tegen aan te gaan. Binnen die relativiteit was het dan ook niet meer of minder dan een confrontatie met mezelf, die mij heel gewoon telkens goed wakker maakte en mij bevrijdde van mijn mogelijk sluimerende neiging om (weer) te escapen. Niet meer, maar ook niet minder. Geen wondermiddel, wel handig.

6. jaren geleden ben ik binnen gekomen bij de AA – daar werden 2 jongens mijn sponsor – van de een heb ik veel geleerd, de ander klopte niet helemaal; die was wat verbeten en docerend en belerend – na 15 jaar viel die weg middels een suicide – de andere is terug- gevallen – zelf heb ik heel veel gelezen – ben later bij de Buitenveldert-groep gekomen – hier is leven – hier is plaats voor de vraag ‘hoe goed zit je in de materie’ – wel of niet refusal nemen – vroeg of laat moet er een punt komen dat je het bewust ‘niet nodig hebt” – als iemand lang, of voortaan ‘altijd’ refusal neemt, gaat ‘t volgens mij niet goed…..

7. na contact met de bedrijfsarts, ben ik jarenlang refusal gaan slikken – droeg het nog langer mee in m’n beurs – daarbij kijkt de omgeving aanvankelijk met argus-ogen – pas als je langer abstinent bent, kan je spanningen gaan herkennen – of aktie ondernemen om mensen te bezoeken – heb nooit de behoefte gevoeld om ongevraagd m’n verleden aan anderen aan te bieden – alleen zelf kan je bepalen om een zinvol ‘nieuw’ leven op de te bouwen niet alleen zonder gebruik, maar ook en vooral door nieuwe dingen te gaan doen: er zijn prachtige films over gemaakt, zoals ‘Under the Vulcano’ en ‘Las Vegas’ – ook belangrijk is het om ‘zelfspot’ te ontwikkelen – te leren lachen om jezelf; het leven de moeite waard maken – dat te vinden, is iets dat je alleen zelf kunt doen.

8. de nieuwelingen:
8.1. na 30 jaar misbruik, ben ik sinds 3 weken aan de antabus (=refusal) – dat blokkeert m’n achterdeurtje – ten aanzien van spanningen voel ik dat ik anders op de roes zou anticiperen en daarin een reden vinden om weer terug te vallen – ik wil blijven doorwerken aan m’n eigen proces.
8.2. ik zou zeggen: check je motieven goed – ik werp barrieres op en zoek argumenten om ‘t weer anders te doen – wil ook graag een achterdeurtje – strijd leveren blijft nodig en is herkenbaar – ik geloof dat ik hier goed zit.
8.3. ben hier terecht gekomen dank zij m’n dochter – had lang geleden al problemen met drank en pillen en woonde toen in Frankrijk – nu al weer jaren in Buitenveldert – mijn vriendinnen zitten in Meppel en Vlissingen – kreeg een coma – ben toen gestopt – maar kan de eenzaamheid niet meer aan – heb sinds 2 jaar geen alcohol meer aangeraakt en ben bang voor refusal – barst van de spanning – hoop op contact met andere mensen.

9. afronding:
A: dank voor alle openheid – ik heb zelf trouwens ook veel en vaak refusal gebruikt, maar word daar zo moe van – is nogal 2-slachtig – ik blijf ‘t nu maar gewoon even slikken – ben te vaak terug gevallen en wil dat niet meer.

Aansluitend draagt eenieder enig geld af in de groepspot en wordt de bijeenkomst gesloten om 21.05 uur.

———————————————-

onrust na verslaving en hoe daarmee om te gaan….

Geplaatst door Dees op 09 mei 2011
Geen rubriek / Geen reacties

18 april 2011. Zelfhelpgroep Buitenveldert, zoals gebruikelijk in de Montessorischool aan de AJ Ernststraat 112, Amsterdam.

Pasen nadert. Dat betekent een korte (school-)vacantie: volgende week is er dan ook geen groep. Thans wel:10 deelnemers, die gezamenlijk om acht uur tot de start van de groep overgaan. De gespreksleider (A) lanceert zelf het onderwerp voor het groepsgesprek, hij zegt:
‘sinds enkele weken ben ik gestopt met roken; nu voel ik onrust – eenzelfde onrust als ik meemaakte toen ik 8 jaar geleden stopte met drank – gedachten ook uit die periode wat betreft het verdriet wat ik anderen heb aangedaan – schuldbesef – dat komt allemaal weer naar boven – het gaat niet zozeer om zelfmedelijden maar het zijn ‘gewoon’ schuldgevoelens. Is dat herkenbaar voor anderen en wat doe je eraan?’

De gespreksronde ontwikkelt zich aansluitend ongeveer als volgt:

1. misschien heeft dit alles ook te maken met ‘gewoon’ ouder worden – mijn ouders zijn vrij kort na elkaar overleden – zelf had ik net een nieuwe baan – ik heb toen die situatie totaal onderschat, met name wat betreft de ziekte van mijn vader met als gevolg een knagend schuldgevoel – ben toen, na zijn overlijden, ook gelijk de kroeg ingedoken – terwijl ik eigenlijk vind dat je juist op zo’n moment het rouwproces nuchter moet meemaken – dat lukte dus niet – nu was er weer de dood van Loek – al die dingen overvallen mij en telkens herken ik hetzelfde rare schuldgevoel – ik voel dan dat ik iets zou moeten ‘doen’, maar sta met lege handen en doe niks… voel mij erg machteloos dus…

2. ik heb nooit een warme band met mijn ouders gehad en heb dan ook geen enkele last van een schuldgevoel in die richting.

3. ik heb geen schuldgevoel – misschien komt dat wel omdat ik mijn verslaving echt ervaar als een ziekte – en daarmee blijft dat op zichzelf absoluut ook erg moeilijk te hanteren – vergelijkbaar met bijvoorbeeld schizofrenie – 35 jaar terug heb ik dat al in de gaten gekregen – in tegenstelling tot ADHD, waar ik (ook) mee werd geconfronteerd en dat is pas sinds kort als ziekte ‘benoemd’ – overigens accepteren de meeste mensen mij wel – nu heb ik geen gezin of partner – en ben blij dat ik zelf niet ook nog eens gebukt ga onder een schuldgevoel, waar je uiteindelijk helemaal niks aan hebt.

4. schuldgevoel ken ik niet – m’n oudste zoon heeft wel ‘t een en ander van mij meegemaakt en trouwens ook nog eens veel steun gegeven aan mijn dochter….

5. op ‘t moment zelf, dus tijdens het gebruik, had ik wel een schuldgevoel – maar inmiddels gaat ‘t nu heel erg goed – soms (even) niet – maar dan gaat ‘t net als bij migraine – het is na 2×2 dagen gebeurd en dan heb ik wel degelijk een schuldgevoel en weet ik wat ik moet doen en dan vind ik weer een oplossing – intussen heb ik indertijd ook gestolen bij m’n werkgever en toen heb ik mij wel schuldig gevoeld – dat blijft toch hangen – trouwens ik kan niet lang boos zijn – wel had ik daar last van bijvoorbeeld bij het snuiven met een vriendin in aanwezigheid van haar kleine dochtertje……

6. ik werk al een tijdje niet en dat geeft mij een schuldgevoel – zo had ik 10 jaar lang een uitkering – daar was ik makkelijk in – trouwens ik heb mezelf weinig kunnen ontwikkelen – en heb in mijn leven veel gemist – dat heeft ook veel met me gedaan – en veel van die mislukkingen hebben te maken met mijn verslaving – zo ontstond ook na 19 jaar de scheiding – ik kan de dingen niet goed aanpakken en laat alles maar een beetje lopen – maar ik werk er wel aan….

7. ik heb niet zoveel last van schuldgevoel – ik dronk toen mijn vader stierf – mijn moeder overleed 2 jaar terug en toen was ik nuchter, ben dat ook nog eens 2 jaar gebleven en toen is het dus goed gegaan – overigens hoort terugvallen er ‘gewoon’ bij, vind ik dan – ik experimenteer dan ook nog eens om erachter te komen wat drank met mij ‘doet’ – heb trouwens nu een goed gevoel bij de dingen die ik doe – ze zijn meestal wel saai – maar soms zijn terrasjes met een beetje humor ook zeer hanteerbaar….ik ga mij nu niet permanent schuldig zitten voelen – kan wel gewoon leven met de formule ‘vandaag niet drinken’ – bovendien is de Artis-buurt voor mij taboe…..wil me niet druk maken over mijn schuldgevoel – heb daar wel last van tegenover mijn dochter, waarmee geen contact is – ook vroeger ging die relatie niet – er moet dus nog het een en ander worden rechtgezet – ik moet daarvoor de goede plek en het goede moment vinden – en mij daar vooral niet druk over gaan lopen maken – wel contact heb ik met de Jellinek – twee maanden terug had ik een terugval – toen heeft ook de buurvrouw een extra hekje in de tuin neergezet – ik geloof dat mijn schuldgevoel eigenlijk gewoon weg-ebt…

8. voor mij heeft schuldgevoel eigenlijk de betekenis dat ik het anders had kunnen en moeten doen – en dat lijkt vaak ook een mogelijkheid – maar in de grond van de zaak is het natuurlijk onzin – ik bedoel: echte onzin – want: het is gegaan zoals het gegaan is en dat laat zich niet veranderen met terugwerkende kracht. Dus: natuurlijk heb ik in vuur en vlam gestaan als ik (weer) eens iets volstrekt verkeerds had gedaan: bijvoorbeeld gelogen, dronken achter het stuur, gestolen en betrapt, ga zo maar door: en o, wat kon ik dan een spijt hebben – aan smoezen geen gebrek. En waarvan kan ik dan nu nog spijt hebben? Ik denk dat dat erg veel te maken heeft met mijn eigen onvermogen om het perfecte misdrijf te plegen, want, laten we wel wezen: ik schaamde mij vanwege de ontdekking, vanwege de afgang. En dat alles werd alleen maar erger al naarmate mijn verslaving de overhand kreeg. Hoe erger verslaafd hoe onhandiger ik mijn delicten pleegde. En pas toen ik mijn verslaving onder de knie kreeg, viel ook de aantrekkelijkheid van die delicten in het water. Zo heeft alles met alles te maken. En zo vind ik het ook volstrekt logisch dat schuldgevoel stopt zodra de verslaving verdwenen is. Dat is dan een van de voordelen van een nuchter bestaan!

9. ik ben zelf bezig met dingen uit het (vroege) verleden te zien zoals ze gegaan zijn – zonder verbittering – soms is dat lastig – moet mijn kop erbij houden anders ga ik zo weer onderuit – ik moest eerst 50 worden om het verleden een plaats te kunnen geven: denk bijvoorbeeld aan het ouderlijk huis – had afgesproken met vader te gaan fietsen en was 10 minuten te laat – vader heeft toen een week niet met me gepraat – er waren veel geheimen – zo denk ik bij mijn vader: zou hij ‘fout’ zijn geweest in de oorlog? – het is te gemakkelijk om hem een klootzak te vinden – ‘een onmogelijke man’, zei eens iemand – en dat vond ik een prima uitdrukking – het gevolg was vele jaren te moeten ontvluchten uit die puinhoop – lukt nu pas een beetje na vele jaren spijt – nou schuld? pas de laatste jaren valt een en ander op vruchtbare grond – stel dat ik supporters op de achtergrond had…..

10. hiermee is de gespreksronde voltooid en krijgt A ter afsluiting het woord; hij zegt: ik heb hier weinig aan toe te voegen – heb wel de indruk dat mijn onrust vooral positieve kanten heeft – herken ook dat ik iets moet gaan doen: kortom, ik ga ermee aan de slag, bedankt!

Aansluitend draagt eenieder enig geld af in de groepspot en wordt de bijeenkomst gesloten. Nota bene: 2e paasdag is er geen groep!

———————————————-

je moet een ‘nieuw’ leven organiseren na je verslaving, maar hoe?

Geplaatst door Dees op 12 april 2011
Geen rubriek / Geen reacties

Wind en regen hebben 13 deelnemers niet verhinderd naar de groep te komen:
om 20 uur zit eenieder, voorzien van koffie, rond de tafel en wordt gezocht naar een onderwerp voor het groepsgesprek. Na een korte bezinning komt A met het volgende voorstel op tafel:

Ik maak momenteel moeilijke tijden door: niet lang geleden ben ik gestopt met drinken – sinds kort ben ik wiet aan het roken – met een vriendin – gewoon lekker – het voelt een beetje dronken – 1 a 2 haaltjes – het lijkt alsof ik een beetje in de gevarenzone ben terecht gekomen – trouwens wel super ontspannend – maar misschien ook gevaarlijk – en dus ben ik wel (een beetje) bang voor een volgende verslaving – ik vind dit een moeilijke situatie, waarbij ik overigens geen enkele aandrang heb richting drank, maar ja, het lijkt toch wel wat riskant… dus, wat te doen….?

Hierop volgen nogal wat reacties, waarop wordt besloten de ervaringen van de deelnemers in dit opzicht te inventariseren, incl. de door eenieder mogelijk toegepaste aanpak.

De bijdragen van de deelnemers worden als volgt genoteerd:

1. voor mij is dit allemaal zeer herkenbaar – in mijn puberteit heb ik zelf ‘gerookt’ – later is de drank gekomen – laatst heb ik een stukje ‘space-cake’ gegeten – mijn zoon blowed af en toe – ik kan me voorstellen dat je ontvankelijk bent en moet uitkijken voor een vervangende verslaving – ik vind dit moeilijke situaties, want zelf ben ik zeker (ook) verslavingsgevoelig – oxazepam heb ik trouwens ook ervaren – ik moet zelf gewoon uitkijken.

2. ik ‘zoek’ ook naar andere middelen – hash of wiet kan ik niet nemen want dan word ik paranoid – toch ben ik op zoek naar iets met dezelfde ontspannende werking, maar kan dat niet 1,2,3 tevoorschijn toveren – vandaag was mijn dag verschrikkelijk, zat gewoon niet lekker in m’n vel – toch kwam vanmiddag opeens die ontspanning wel – ik wil niet meer op afroep ontspanning tevoorschijn toveren – ‘de berg komt nu naar mij toe…’ – maar eigenlijk wil ik juist zelf naar die ontspanning toe kunnen – zo is ook mijn ervaring bijvoorbeeld met hardlopen – al die jaren zocht ik die kick, maar dat gaf veel onrust, diep van binnen – heb ontdekt dat je het beter zelf kunt laten gebeuren en niet forceren…

3. ik heb altijd al mijn verslavings-gevoeligheid aangevoeld – was ook juist daarom overal ‘tegen’ – op school waren al veel hard drugs – ik voelde ook al meteen bij mijn eerste cigaret, dat ik daar gevoelig voor zou zijn – hou me daar nu verre van – is voor mij een vorm van zelfvernietiging – ben er gewoon bang voor – nu heb ik geen drang om alcohol te nemen – ontken verder alles – weet goed dat ik gevoelig ben voor al deze middelen, dus neem niets om zo’n beetje te ‘proeven’: is mij ‘te link’…..

4. zelf ben ik met drank tegen de lamp gelopen. Daar ben ik dank zij de kliniek en de groep vanaf gekomen. En kwam vervolgens met andere zaken in aanraking. Dus dit onderwerp ken ik zeker. Zo werkte ik op een beurs in Duitsland en ging daar ‘s avonds een keer met ‘vrienden’ naar een casino: bij de roulette zette ik in op een nummer en dat betaalde uit: dan krijg 36 keer je inleg. Een soort lawine aan munten. Ik schrok enorm en schoof al dat geld meteen door naar mijn buurman, gewoon uit pure angst. Ik ben meteen weggegaan en niet meer terug gekomen. Probeer ‘gewoon’ de angst voor te zijn en merk ook dat dat werkt.

5. ik zoek ook nog wel vlucht en ontspanning uit de realiteit – mijn gebruik was vooral vanwege het effect – niet vanwege ‘het lekkere’ – ook wiet was niet ‘lekker’ – eigenlijk allemaal smerig spul – daarom ook is dit alles voor mij geen optie – zit zelf duidelijk nu in een ‘niet-gebruikers-periode’ en ben bezig met nieuwe plannen en idealen – kan niet nog eens 10 jaar verliezen – trouwens de vlucht uit de realiteit ervaar ik zeer gemakkelijk, bijvoorbeeld met lezen, want dan kan ik heel gemakkelijk los raken van mijn omgeving.

6. voor ontspanning neem ik niet een ander middel – dat is de weg naar dezelfde fout – casino’s, fruitmachines – ik wil niet bij die loosers horen – is ook vaak een opstapje naar de oude verslaving – vind ‘t trouwens ook riskant om met een omweg te werken – ben nu zelf (weer) bezig met joga – anderen gaan hardlopen – met joga voel ik mij prettiger – hoorde vandaag in Alkmaar het verhaal van een verslaafde die alles was kwijt geraakt door zijn gokken – zelf probeer ik mijn grenzen te ontdekken zonder toepassing van middelen of het wekken van verwachtingen – zelf-onderzoek is nooit afgelopen – wel blijft de vraag welke rol je zelf wilt spelen – je hoeft niet alles te nemen wat wordt aangeboden – beter is jezelf niet te blijven overvragen – ik ken een echtpaar met pleegkinderen tot die last te zwaar werd: de vrouw bleek toen over haar grenzen heen gegaan en zichzelf daarmee te hebben ‘stuk’ gemaakt – zij ‘verloor’ zichzelf – dat soort zaken hoor ik graag, ze geven mij een waarschuwing.

7. ook voor mij is dit een bekend onderwerp – na mijn behandeling voor het gokken, kreeg ik illusie’s over grote flessen whisky – het heeft een tijdje geduurd en toen begreep ik opeens dat ik zelf ook aan de drank zou kunnen zijn – als ik nu wil ontspannen dan steek ik een sigaar op – met eten is het hetzelfde als met gokken maar wel lastiger – gezond eten kan ik controleren – ik moet trouwens veel aanleren – zoals in bad liggen – ontspannen – rustig een kopje koffie drinken – muziek kan dezelfde werking hebben – slapen is ook een prachtige escape en een prima weg om te ontspannen, plus een vlucht uit de realiteit.

8. ik zit hier voor ‘t niet kunnen laten staan van drank – aan (andere) drugs heb ik altijd een bloedhekel gehad en die heb ik dus ook nooit genomen – ben trouwens nu ook gestopt met roken – dat is erg moeilijk – was gisteren naar ‘t strand – een top-dag = geen sigaartje: ‘hoera: opa is gestopt met roken’ – ik vind het heerlijk om op zondag rommelmarkten te bezoeken, dat geeft ontspanning – vroeger kwam ik dan ook veel in kermistenten, maar kan dat niet matigen en moet daarvoor oppassen – moet dan veel terugdenken aan mijn vader, die ooit stopte met drank en roken – ik herken dus veel in dit onderwerp en moet gewoon niet teveel gaan snoeien – niet kunnen matigen is mijn grote probleem – dus: gewoon niets is mijn weg!

9. een half jaar drink ik nu geen alcohol – moet er niet aan denken met iets anders te beginnen – ontspanning vind ik in mijn werk en m’n sport en ben een heel eind op weg.

10. iemand gaf mij een wietje – maar ik kan niet inhaleren, want dan kan ik geen adem meer halen – spacecake doet me niks – en ik kan mij een vervanging van drank eigenlijk niet goed voorstellen – kreeg vorige week uitnodigingen die ik heb afgezegd – wil gewoon nee zeggen tegen spanningen – ik moet blijven trainen op ‘nee’ zeggen – vinger op de pols houden – vroeger gaf drank mij ontspanning – heb toen ook in een casino gewerkt – was te zeikerig om zelf te gokken – zag in de kliniek verschuivingen door veel te roken – of veel koffie te drinken – weet ook gewoon dat een wietje een opstap naar drank kan opleveren.

11. ik was zaterdag in de Brijder-kliniek om voorlichting te geven – het afgelopen jaar ben ik daar vaker geweest – zag nu een nieuwe jongen van een jaar of 20 – net binnen – heb inmiddels veel verhalen gehoord van verslaafden die met kleine stapjes langzaam op zwaardere middelen overgingen. Voor mezelf heb ik een paar handgrepen: ik ben verslaafd – moet zelf niks riskeren en weet dat herstel een moeizaam traject is en zie dat daar trouwens ook – daar adviseert men overigens: denk ook aan de verbanden tussen koffie en roken – dan gaat het dus om het doorbreken van de koppelingen tussen deze gewoontes, want daardoor rol je van ‘t een in het ander – zo is ook een casino een voorbeeld van samenhangende verslavingen – roulette – roken – drankje – bijvullen – duidelijk bewuste beinvloeding – met andere woorden: ik ben heel bewust – wil niets riskeren – ook uitkijken met ‘snoepjes’ – trouwens: wat bedoelen we met ‘ontspanning’?

12. vanmiddag heb ik heel ontspannen een sigaar gerookt – een groep vrijwilligers ging aan de pils – ik zat in die kring en zei: ‘geef mij maar een 3 dubbele spa’ – zo zit ik dan lekker met m’n spaatje – ben er gelukkig heel door gekomen – zag later op het café-terrasje nog een paar bekenden – zo heb ik 20 jaar terug gegokt, met een drankje erbij – eerst won ik – maar ook dat werd erger: het geld raakte op door drank en gokken – ben daar wel zelf uit gekomen – heb toen geld geleend van mijn ouders – ben er ook achter gekomen dat die kick voor mij averechts werkt – ik word dan depressief – dus voor mij geen coke – of paddestoelen of gokken – daar ben ik overgevoelig voor – vandaag ben ik trouwens niet teruggevallen – nu kies ik voor een spaatje – doe ook oefeningen ‘mindfulness’ – dat kost moeite en concentratie – maar toch ben ik blij om dat te doen – ik was trouwens wel een beetje bang voor het mooie weer – heb mijn boekje uitgelezen – heb getrained – en ben blij dat ik hier weer zit – nu doe ik dit alles zonder drank – ben bovendien vorige week met mijn broer in een natuurgebied geweest – krijg trouwens vrije tijd nu de verslaving is opgehouden – concentreren is nog wel lastig – moet aanleren om de dingen ‘anders’ aan te pakken.

13. Hiermee is de gespreksronde voltooid en krijgt A de gelegenheid af te ronden; hiertoe zegt hij:
‘ik heb veel gehoord en dank iedereen voor de geleverde inbreng: ik ga ermee aan de slag!’

Tot slot wordt eenieder in de gelegenheid gesteld tot het afdragen van contant geld in de groepspot, waarna de avond wordt besloten met het afwassen van de ‘vuile boel’ en het opruimen van de overige sporen van de groep.

—————————————————–

tegenslag of succes: waarvan leer je ’t meest? Waarvan leert de mens ’t meest: tegenslag of juist succes? esprek zal worden gevoerd. Hiertoe doet A het volgende voorstel: Afgelopen zondag had ik een réunie van de lagere school in een Oud Hollands Koffiehuis – was vast van plan daar heen te gaan, maar had een slecht gevoel vanwege het verleden wat daar is geweest en ben toen niet gegaan – ik heb dus leren luisteren naar mezelf, ook als de reden in het verleden begraven lijkt te zijn en dat heeft niets te maken met angst om door m’n hoeven te gaan. Op basis van de hierop volgende reacties blijkt het onderwerp als volgt uit te kristalliseren: Waarvan leert een mens het meest: zijn dat de tegenslagen of juist de successen? Tijdens de gespreksronde worden de volgende opmerkingen genoteerd: 1. ik kan mij dat alles niet goed voorstellen – wel dat je een onbestemd gevoel krijgt van afkeer of weerstand – tot nog toe heb ik dat niet gehad – wel iets van ‘jongens, daar doe ik nu niet (meer) aan mee!’, maar dat zeg ik dan ook ‘gewoon’. 2. ik vind dit wel herkenbaar – wat kan ik erover zeggen: terecht dat je er konsekwenties aan verbindt – terecht ook om op je gevoel af te gaan – natuurlijk zullen er mindere periodes tussen kunnen zitten – ook daarom is er alle aanleiding daarnaar te luisteren – een andere kwestie is: als er voortdurende onzekerheid ontstaat, dan kan je wellicht inderdaad steeds kwetsbaarder worden – het lijkt mij geen probleem daar dan ook goed rekening mee te houden – ‘t is immers mijn eigen leven – mijn probleem – en tenslotte ook mijn eigen verantwoordelijkheid. 3. toen ik in ’98 was opgenomen leerde ik PMT (=psycho motorische training) kennen – ik werd dit jaar 50 – dat betekende: feest vieren – ook in de familie – de vorige 3 keer was ik afwezig geweest – nu voel ik dat ik dat feest niet moet geven – gisteren kreeg ik een SMSje met een uitnodiging voor een feestje in de Westerkerk: moet ik helemaal niet doen – krijg ‘t nu al benauwd – toch wel goed dit alles hier en nu mee te delen. 4. ik luister… 5. ik ben heel erg kwetsbaar – als ik dat zeg, beginnen mensen al te lachen – overigens voel ik die kwetsbaarheid niet zozeer bij etentjes of feestjes, want die doen mij niks – ik regel altijd alles – maar juist andere dingen kan ik niet aan – juist daar zit mijn kwetsbaarheid, dan sluit ik mij op – dingen die me echt diep en wezenlijk dwars zitten, zijn dan onbespreekbaar – het café of etentjes zijn voor mij niet kwetsbaar – ‘je sneu voelen’ dat is mijn probleem – luisteren naar jezelf kan ik slecht – een beetje boedhisme in mij zou niet verkeerd zijn – trouwens: ik sta nooit alleen – schaam me ook niet en heb geen behoefte me beter voor te doen…. 2. 6. waarvan leer ik het meest: de confrontatie met het verleden of het contact met ‘nieuwe mensen’? Zo ervaar ik het gespreksonderwerp van vanavond. Intuitief zoek ik het verleden niet op. En dat heeft alles met dit onderwerp te maken. In de loop van de tijd ben ik verhuisd naar een ander gebied, ander werk, andere kennissen en vrienden. En ik kom eigenlijk nog alleen maar in mijn geboortestreek bij begrafenissen, etc. Daar zijn de stad, de straat en de mensen deel van de fase in mijn leven waar ik absoluut, nog steeds, met pijn aan terugdenk. En natuurlijk zal dat allemaal wel een functie hebben gehad, maar de pijn blijft en die zoek ik absoluut niet op. Mijn vertrek uit die streek en stad, bleek achteraf samen te vallen met het einde van mijn verslaving en het begin van mijn herstel. In mijn herstel heb ik geleerd hoe ik het leven op een positieve manier kan invullen. Het verdere leven bestaat voor mij uit twee aspecten: goed onthouden hoe ik vroeger ben uitgegleden en dagelijks doorgaan met een gezond leefprogramma in te vullen. Kortom een combinatie van beide aspecten, dwz verleden en heden zijn beiden van groot belang! 7. oude tijden herleven – ik speelde de 2e helft van 1980 op legendarische bijeenkomsten – vorige week belde de leider van toen mij op en wist te melden dat er een reunie komt van de spelers uit die periode – en ik antwoordde dat ik natuurlijk ook ‘kom’ – en even later ga ik daar dan erover na denken: ‘waarom zou ik dat doen?….nou ja – ik ben er dus niet naartoe gegaan – zit zelf in een proces om ‘t verleden een plaats te geven – neig steeds meer naar ‘ik geloof steeds minder dat dat soort bijeenkomsten ‘t verleden kunnen laten herleven’ – in dezelfde week kreeg ik 2 andere telefoontjes van vroegere mede-muzikanten – beiden vroegen of ik iets voor ze kon doen – en toen heb ik tegen beiden gezegd: ik moet denken aan stopzetten en verder: ik wil me bezighouden met m’n eigen project – en kreeg toen het antwoord: je wordt wel steeds duidelijker – ik ben ook steeds meer een voorstander van het hier en nu: kortom: een mooi onderwerp. 8. ik was vanmiddag in Alkmaar – sprak daar een ‘eerdere’ gast – over het afgelopen weekend met ’soldaat van Oranje’: het vliegveld Valkenburg – ging daarheen voor een feest met een vriend die niet dronk: 16.30 uur al binnen en 19.30 uur begon de film – de hele avond veel drank – overmatig veel gerechten – hij had Fanta – in de pauze: van dik hout zaagt men planken – na de ‘leuke’ voorstelling, wilde hij meteen weg, niet blijven – heb hem toen gefeliciteerd en hij antwoordde: ‘ja, maar ik moest wel’ – en heeft dat alles kennelijk niet verteld aan de groep, terwijl hij het wel heeft volgehouden – zijn vriendin is in de weekends naar het buitenland, in huis is volop drank, hij zou dus in de kliniek kunnen blijven, maar doet dat niet… Zelf heb ik nooit naar m’n lichaam leren luisteren – mijn zoon leert dat in de sport – heb zelf eigenlijk de laatste 1,5 jaar rationeel doorgezet – maar was emotioneel al lang klaar: is kortom roofbouw – had achteraf wel spijt, maar toch doorgezet – zo zijn er ook bijeenkomsten van oud-Curacao-gangers: daar wordt stevig gedronken – als de sfeer omslaat ga ik naar huis om wat anders te doen – dat heb ik dan wel gezien – trouwens m’n voorzitterschap heb ik te lang volgehouden en dat is dan weer een les voor de toekomst. A: ter afronding: eerst ben ik gestopt met drank, nu met roken – geeft een onrustig gevoel – vroeger was ik altijd duidelijk aanwezig, maar veel gesprekken interesseren mij niet meer – woensdag word ik 70 en vieren we dit met familie en (klein)kinderen met een etentje – daarop kan ik mij wel verheugen – al die vorige jaren was dat omgekeerd en dat gaat dan door mijn kop – heb de neiging de mensen af te zeggen, maar doe dat toch niet…… Hiermee is de gespreksronde beeindigd en wordt de bijeenkomst gesloten.

Geplaatst door Dees op 07 april 2011
Geen rubriek / Geen reacties

Om 20 uur zijn de 8 deelnemers, voorzien van koffie, rond de tafel gezeten, en komt de vraag aan de orde over welk onderwerp vanavond het gesprek zal worden gevoerd.

Hiertoe doet A het volgende voorstel:

Afgelopen zondag had ik een réunie van de lagere school in een Oud Hollands Koffiehuis – was vast van plan daar heen te gaan, maar had een slecht gevoel vanwege het verleden wat daar is geweest en ben toen niet gegaan – ik heb dus leren luisteren naar mezelf, ook als de reden in het verleden begraven lijkt te zijn en dat heeft niets te maken met angst om door m’n hoeven te gaan.

Op basis van de hierop volgende reacties blijkt het onderwerp als volgt uit te kristalliseren:

Waarvan leert een mens het meest: zijn dat de tegenslagen of juist de successen?

Tijdens de gespreksronde worden de volgende opmerkingen genoteerd:

1. ik kan mij dat alles niet goed voorstellen – wel dat je een onbestemd gevoel krijgt van afkeer of weerstand – tot nog toe heb ik dat niet gehad – wel iets van ‘jongens, daar doe ik nu niet (meer) aan mee!’, maar dat zeg ik dan ook ‘gewoon’.
2. ik vind dit wel herkenbaar – wat kan ik erover zeggen: terecht dat je er konsekwenties aan verbindt – terecht ook om op je gevoel af te gaan – natuurlijk zullen er mindere periodes tussen kunnen zitten – ook daarom is er alle aanleiding daarnaar te luisteren – een andere kwestie is: als er voortdurende onzekerheid ontstaat, dan kan je wellicht inderdaad steeds kwetsbaarder worden – het lijkt mij geen probleem daar dan ook goed rekening mee te houden – ‘t is immers mijn eigen leven – mijn probleem – en tenslotte ook mijn eigen verantwoordelijkheid.
3. toen ik in ’98 was opgenomen leerde ik PMT (=psycho motorische training) kennen – ik werd dit jaar 50 – dat betekende: feest vieren – ook in de familie – de vorige 3 keer was ik afwezig geweest – nu voel ik dat ik dat feest niet moet geven – gisteren kreeg ik een SMSje met een uitnodiging voor een feestje in de Westerkerk: moet ik helemaal niet doen – krijg ‘t nu al benauwd – toch wel goed dit alles hier en nu mee te delen.
4. ik luister…
5. ik ben heel erg kwetsbaar – als ik dat zeg, beginnen mensen al te lachen – overigens voel ik die kwetsbaarheid niet zozeer bij etentjes of feestjes, want die doen mij niks – ik regel altijd alles – maar juist andere dingen kan ik niet aan – juist daar zit mijn kwetsbaarheid, dan sluit ik mij op – dingen die me echt diep en wezenlijk dwars zitten, zijn dan onbespreekbaar – het café of etentjes zijn voor mij niet kwetsbaar – ‘je sneu voelen’ dat is mijn probleem – luisteren naar jezelf kan ik slecht – een beetje boedhisme in mij zou niet verkeerd zijn – trouwens: ik sta nooit alleen – schaam me ook niet en heb geen behoefte me beter voor te doen….
6. waarvan leer ik het meest: de confrontatie met het verleden of het contact met ‘nieuwe mensen’? Zo ervaar ik het gespreksonderwerp van vanavond. Intuitief zoek ik het verleden niet op. En dat heeft alles met dit onderwerp te maken. In de loop van de tijd ben ik verhuisd naar een ander gebied, ander werk, andere kennissen en vrienden. En ik kom eigenlijk nog alleen maar in mijn geboortestreek bij begrafenissen, etc. Daar zijn de stad, de straat en de mensen deel van de fase in mijn leven waar ik absoluut, nog steeds, met pijn aan terugdenk. En natuurlijk zal dat allemaal wel een functie hebben gehad, maar de pijn blijft en die zoek ik absoluut niet op. Mijn vertrek uit die streek en stad, bleek achteraf samen te vallen met het einde van mijn verslaving en het begin van mijn herstel. In mijn herstel heb ik geleerd hoe ik het leven op een positieve manier kan invullen. Het verdere leven bestaat voor mij uit twee aspecten: goed onthouden hoe ik vroeger ben uitgegleden en dagelijks doorgaan met een gezond leefprogramma in te vullen. Kortom een combinatie van beide aspecten, dwz verleden en heden zijn beiden van groot belang!
7. oude tijden herleven – ik speelde de 2e helft van 1980 op legendarische bijeenkomsten – vorige week belde de leider van toen mij op en wist te melden dat er een reunie komt van de spelers uit die periode – en ik antwoordde dat ik natuurlijk ook ‘kom’ – en even later ga ik daar dan erover na denken: ‘waarom zou ik dat doen?’….nou ja – ik ben er dus niet naartoe gegaan – zit zelf in een proces om ‘t verleden een plaats te geven – neig steeds meer naar ‘ik geloof steeds minder dat dat soort bijeenkomsten ‘t verleden kunnen laten herleven’ – in dezelfde week kreeg ik 2 andere telefoontjes van vroegere mede-muzikanten – beiden vroegen of ik iets voor ze kon doen – en toen heb ik tegen beiden gezegd: ik moet denken aan stopzetten en verder: ik wil me bezighouden met m’n eigen project – en kreeg toen het antwoord: je wordt wel steeds duidelijker – ik ben ook steeds meer een voorstander van het hier en nu: kortom: een mooi onderwerp.
8. ik was vanmiddag in Alkmaar – sprak daar een ‘eerdere’ gast – over het afgelopen weekend met ’soldaat van Oranje’: het vliegveld Valkenburg – ging daarheen voor een feest met een vriend die niet dronk: 16.30 uur al binnen en 19.30 uur begon de film – de hele avond veel drank – overmatig veel gerechten – hij had Fanta – in de pauze: van dik hout zaagt men planken – na de ‘leuke’ voorstelling, wilde hij meteen weg, niet blijven – heb hem toen gefeliciteerd en hij antwoordde: ‘ja, maar ik moest wel’ – en heeft dat alles kennelijk niet verteld aan de groep, terwijl hij het wel heeft volgehouden – zijn vriendin is in de weekends naar het buitenland, in huis is volop drank, hij zou dus in de kliniek kunnen blijven, maar doet dat niet… Zelf heb ik nooit naar m’n lichaam leren luisteren – mijn zoon leert dat in de sport – heb zelf eigenlijk de laatste 1,5 jaar rationeel doorgezet – maar was emotioneel al lang klaar: is kortom roofbouw – had achteraf wel spijt, maar toch doorgezet – zo zijn er ook bijeenkomsten van oud-Curacao-gangers: daar wordt stevig gedronken – als de sfeer omslaat ga ik naar huis om wat anders te doen – dat heb ik dan wel gezien – trouwens m’n voorzitterschap heb ik te lang volgehouden en dat is dan weer een les voor de toekomst.

A: ter afronding: eerst ben ik gestopt met drank, nu met roken – geeft een onrustig gevoel – vroeger was ik altijd duidelijk aanwezig, maar veel gesprekken interesseren mij niet meer – woensdag word ik 70 en vieren we dit met familie en (klein)kinderen met een etentje – daarop kan ik mij wel verheugen – al die vorige jaren was dat omgekeerd en dat gaat dan door mijn kop – heb de neiging de mensen af te zeggen, maar doe dat toch niet……

Hiermee is de gespreksronde beeindigd en wordt de bijeenkomst gesloten.

———————————————